1 | wortel |
350 gram | abrikozen |
2 | kaneelstokjes |
40 gram | gembersiroop |
20 gram | glucose |
80 gram | bloemsuiker |
100 gram | isomoutsuiker |
Mespunt | xanthaangom |
2 gram | goudsbloembladeren |
Schil een wortel en snijd doormidden. Snijd vervolgens 100 gram in gelijke stukken. Doe dit over in een steelpan. Snijd nu de abrikozen doormidden en verwijder de pit. In totaal heb je 300 gram schoongemaakte abrikozen nodig. Snijd deze ook in gelijke stukken en voeg ze toe aan de wortels. Voeg ook de kaneelstokjes en de gembersiroop toe. Dek nu de pan af met een deksel en breng het geheel aan de kook. Als het eenmaal pruttelt zet je het vuur laag en laat je het ongeveer 20 minuten op een laag vuur pruttelen. De abrikoos moet zacht zijn en de wortel moet gaar zijn. Verwijder daarna de kaneelstokjes en doe het in een blender. Voeg ook de glucose, de poedersuiker, de isomalt suiker en een mespuntje xanthaangom toe. Mix het nu tot een gladde massa. Voeg dan de goudsbloemblaadjes toe en mix het nog 30 seconden. Giet het daarna in een kom en laat het afkoelen in de koelkast. Smeer het nu uit op een siliconenvel met behulp van een sjabloon en strijk het glad met een palletmes. Verwijder dan het sjabloon en laat het minstens 3 uur drogen op 90 graden Celsius. Eenmaal droog en nog warm haal je de schijfjes voorzichtig van het vel en vorm je ze met de tartelettevorm. Geef de schijfjes wat meer warmte als dat nodig is om te voorkomen dat ze breken. Haal ze dan voorzichtig uit de vorm en bewaar ze droog en afgedekt voor later. Hier serveer ik het met een roomkaascrème, een geroosterde wortel- en abrikozencompote, een gembergel, pistachenootjes en mooie goudsbloemblaadjes en bloemen.