300 gram | groentebouillon |
20 gram | spinazie |
40 gram | groene kruiden (dragon, basilicum & peterselie) |
50 gram | bloem |
50 gram | rijstbloem |
25 gram | maïszetmeel |
50 gram | ei |
3 gram | zout |
Breng eerst de groentebouillon aan de kook en voeg zodra het kookt de spinazie, dille & wasabipasta toe. Laat dit nu direct zo snel mogelijk afkoelen. Doe het dan over in een blender en blend het tot een gladde massa (dit duurt ongeveer 3 minuten). Meet vervolgens 300 gram af in een maatbeker en voeg de bloem, het rijstmeel, het maïsmeel, het ei en het zout toe. Mix dit tot een glad beslag. Om er echt zeker van te zijn dat er geen klontjes meer zijn en om alle kleine luchtbelletjes te verwijderen, haal je het beslag door een fijne zeef.
Verhit dan wat frituurolie tot de temperatuur 160 graden Celsius is en dompel de taartstempel erin om hem ook te verhitten. Zodra de stempel en de olie heet zijn, dompel je hem voorzichtig onder in het beslag en dompel je hem nog twee keer onder. Laat het beslag vervolgens 12 minuten aan de lucht drogen door het boven de hete olie te hangen. Hiervoor heb ik een touwtje aan een magneet en een clip geknoopt. Zodra het droog is, frituur je het een minuut of twee in de hete olie. Druk de stempel op de bodem van de pan om een platte bodem op de taart te maken zodat hij kan staan zonder om te vallen.
Houd de kleur in de gaten, zodra het heldergroen bruin wordt haal je de stempel uit de olie. Haal hem daarna voorzichtig van de stempel en ga verder met het maken van de taarttee's. Droog de taarteefjes indien nodig op 60 graden tot ze helemaal droog zijn.
Nu weet ik dat het droogproces lang duurt, maar het is het echt waard. Je kunt ze ook direct frituren, maar dan zullen de taartpuntjes erg bubbelen. Beide zijn heerlijk, maar het uiterlijk is zeker ook belangrijk. Leg ze nu op keukenpapier en bewaar ze droog en afgedekt voor later.