300 gram | mosselkookvocht |
50 gram | ei |
100 gram | bloem |
25 gram | maïszetmeel |
6 gram | inktvisinkt |
Giet het mosselkookvocht in een maatbeker en voeg ook het ei, de bloem, het maïszetmeel en de inktvisinkt toe. Meng het tot een glad beslag zonder klontjes. Om er echt zeker van te zijn dat er geen klontjes meer zijn en om alle kleine luchtbelletjes te verwijderen, haal je het beslag door een fijne zeef. Verhit vervolgens wat frituurolie tot een temperatuur van 170 graden Celsius en dompel de pie tee stempel erin om deze ook te verhitten.
Zodra de stempel en de olie heet zijn, dompel je ze voorzichtig onder in het beslag en dompel je ze nog twee keer onder. Laat het beslag vervolgens 12 minuten aan de lucht drogen door het boven de hete olie te hangen. Hiervoor heb ik een touwtje aan een magneet en een clip geknoopt. Zodra het droog is, frituur je het een minuut in de hete olie. Druk de stempel op de bodem van de pan om een bodempje op de taart te maken zodat hij kan staan zonder om te vallen. Haal hem daarna voorzichtig van de stempel en ga verder met het maken van de taartpunten.
Nu weet ik dat het droogproces lang duurt, maar het is het echt waard. Je kunt ze ook direct frituren, maar dan zullen de taartpuntjes erg bubbelen. Beide zijn heerlijk, maar het uiterlijk is zeker ook belangrijk. Leg ze nu op keukenpapier en bewaar ze droog en afgedekt voor later.